Operatie Klagenfurt 2024 (Oostenrijk)

Het gevecht, het avontuur, de finish

Hey lieve lezers,

Na maanden van voorbereiding, twijfels, trainingen, en kleine overwinningen onderweg… was het dan eindelijk zover. Zondag 16 juni 2024, de dag waarop ik mezelf zou uitdagen tot het uiterste, onder de vlag van Ironman Klagenfurt.

Wat volgt is geen technisch wedstrijdverslag vol statistieken en tussenstanden. Wat volgt is een verhaal. Mijn verhaal. Een rollercoaster van emoties, pijn, kracht, doorzettingsvermogen en bovenal trots.

Leun achterover en beleef met mij mee hoe die ene zondag mijn leven een stukje veranderde.

Rond half acht ’s ochtends weerklonk het startschot. We werden per zwemtijd opgedeeld in verschillende groepen en ik had mezelf ingedeeld bij de zwemmers die mikten op een tijd van één uur en vijf minuten. Mijn hart bonsde in mijn borstkas. In de verte zag ik Viktor nog snel zwaaien. En toen was het zover. Ik liep het water in. Het grote avontuur begon.

Het zwemmen in de Wörthersee verliep eigenlijk vrij goed. Ik vond snel mijn ritme, maar had moeite met oriënteren. De laaghangende zon zorgde voor beperkt zicht, waardoor ik regelmatig moest zoeken naar richting. Gelukkig lagen er om de honderd meter gele boeien die me hielpen om de lijn in het water aan te houden. Onderweg kreeg ik wel wat schoppen en slagen van andere zwemmers, maar ik probeerde me daar niet door te laten afleiden. Mijn focus bleef op mijn ademhaling en eigen tempo.

Het laatste stuk van het zwemparcours liep via een rivier waar de supporters stonden opgesteld. Ik kon zelfs bekende gezichten herkennen en zwaaide even. Licht duizelig – zoals dat meestal het geval is na vier kilometer zwemmen – probeerde ik zo gecontroleerd mogelijk naar de wisselzone te joggen.

Bij aankomst nam ik mijn blauwe zak met fietsspullen en begon ik me om te kleden. Wetsuit uit, helm op, fietsschoenen aan. Maar toen sloeg de paniek toe. Mijn fiets was onvindbaar. Ik liep heen en weer, volledig in de war. Uiteindelijk vond ik hem terug, nadat ik had ingezien dat ik aan de verkeerde kant van het plein stond. Tja, blijkbaar kan ik me toch twee keer aan dezelfde steen stoten.

Buiten goot het ondertussen van de regen. Doorweekt stapte ik op mijn fiets en probeerde mijn ritme te vinden. Op de hellingen hield ik mijn stuur bovenaan vast, zodat ik vlotter kon klimmen. Het aangepaste verzet hielp enorm en zorgde ervoor dat mijn benen niet volledig ontploften. Ik genoot zelfs van het fietsen en lette goed op mijn voeding. Het leek wel een suikerfeest met al die gels en snoepjes.

Langs het parcours was er veel sfeer. Onze groep stond me luidkeels aan te moedigen aan het begin van de tweede ronde. Viktor stond er ook bij, en het deed me enorm deugd. Nog negentig kilometer te gaan, nog één keer die Rupertiberg over. Ondertussen begon het opnieuw stevig te regenen. De afdalingen werden gevaarlijker en ik durfde niet voluit te gaan. Zonder schijfremmen moest ik veel vroeger remmen en extra goed opletten voor gladde, witte wegmarkeringen.

Tijdens de laatste vijf kilometer op de fiets nam ik nog snel een snoepje. Ik voelde me nog relatief goed en kon zelfs nog een grapje maken bij het afstappen. In de wisselzone wisselde ik mijn fietsschoenen voor loopschoenen en ruilde ik mijn helm in voor mijn looppet. En toen begon het laatste deel: de marathon.

Twee ronden van eenentwintig kilometer langs het meer en door het centrum van Klagenfurt. De eerste tien kilometer gingen verrassend goed. Mijn drankzakjes met gels kwamen goed van pas, al voelde het al snel alsof ik een aquarium in mijn buik meesleepte. De combinatie van eten en drinken zorgde voor buikkrampen. Mijn tempo viel volledig weg en ik begon letterlijk elke kilometer af te tellen. Toch bleef ik lachen. Gek genoeg hou ik ergens wel van dat afzien.

Onderweg zag ik veel andere atleten worstelen. Sommigen strompelden, anderen kotsten of zwoegden zichtbaar, maar iedereen moedigde elkaar aan. Die verbondenheid gaf kracht. De supporters deden ook hun werk. Elke keer als ik hen hoorde roepen, kreeg ik een nieuwe boost.

Ik probeerde mijn frustratie los te laten en te aanvaarden dat dit mijn tempo was. Het had geen zin om mezelf op te jagen. Ik herinnerde me opnieuw de woorden van de speaker:
“If you come the second time to the city, then it is one way… Then you come HOOOOOME!”

En dat voelde ik. In die laatste kilometers vond ik een soort derde adem, een nieuw paar benen. Alleen mijn maag had er de brui aan gegeven. Toch perste ik er een eindsprint uit en genoot met volle teugen van mijn aankomst over de finishlijn.

Viktor stond me op te wachten en zag hoe de medaille rond mijn nek werd gehangen. We maakten een selfie en ik ging me snel verfrissen. Daarna keerden we terug naar het parcours om Clint en Sam, de collega van Viktor, aan te moedigen. Het was een zalig gevoel. Kapot, maar ook intens voldaan.

’s Avonds besloten we met de hele groep nog iets te gaan eten. Mijn maag liet het nog wat afweten, maar een pilletje tegen de misselijkheid bracht verlichting. Terug in het huisje volgden nog uren van napraten, emoties delen en lachen.

De nacht begon, maar ik lag klaarwakker. Geen minuut geslapen. De adrenaline raasde nog door mijn lijf. Wat een ervaring. Wat een dag. Wat een geluk dat ik dit heb mogen beleven. Merci aan iedereen die erbij was. Vanaf nu ben ik een echte IRONMAN of is het IRONLADY